Your cart is currently empty!
Help, mijn auto is ontvoerd
•
vrijdag 8 november 2013
Een nieuw avontuur in de categorie Monique versus economie. Ik gebruik de term ‘economie’ en niet een meer specifieke term die deze exacte situatie beter zou omschrijven, omdat ik reeds sinds mijn zestiende levensjaar verwoede pogingen onderneem om het vakgebied te begrijpen, zonder enig succes. Vraag mij niet hoe het mij ooit gelukt is om een hypotheek af te sluiten. Het zweet breekt me nu al uit als ik me besef dat over twee jaar onze rentevastperiode – wat het precies is weet ik niet, ik heb het woord onthouden omdat ik verwacht dat het me nog wel eens drie maal woordwaarde zou kunnen opleveren in een potje scrabble – afloopt. En de enige manier waarop ik de jaarlijkse belastingaangifte weet te doorstaan is door eerst zonder de benodigde training een halve marathon te rennen, zodat ik de energie niet meer heb om mijzelf en de breekbare spullen in mijn omgeving kapot te ergeren.
Goed, ik denk dat we nu voldoende op de hoogte zijn van de verhoudingen van het personage Monique jegens economische zaken om onderstaand avontuur in het juiste perspectief te plaatsen. Ik zal bij het begin beginnen, om de zaak wat overzichtelijk te houden. Het is woensdag 6 november 2013. We stappen in de auto. Tot onze schrik gaat het lampje van de accu niet uit. Maar hij kan onmogelijk leeg zijn, ik ben afgelopen zondag nog op en neer geweest naar Sittard. Ja, techniek begrijp ik iets beter dan economie. Het is avond. We moeten toch weg. Dus we gokken het er op. Gelukkig, onze dierbare SEAT weet ons nog braaf thuis te brengen.
Donderdag 7 november 2013. Ik bel de dealer om een afspraak te maken. Ik kan vandaag nog terecht! Een tweede gok. Ik rijd naar de dealer. Halverwege stopt de radio er mee – ook niet slim om die aan te zetten, ik zei ook niet voor niets dat ik van techniek ‘iets’ meer begrijp, maar daarover later meer. Het regent. De ruitenwissers gaan steeds langzamer. Op het dashboard gebeuren ook gekke dingen. Ik kan niet meer zien hoe laat het is, en belangrijker nog; ook niet hoe hard ik rijd. Het lampje van de accu is nu wél uit, maar het is mij duidelijk dat dat in dit geval géén goed teken is. En ja, dan word je zenuwachtig als er weer een stoplicht op rood staat. Rustig blijven nu. Niet laten afslaan. Tussen de regendruppels op de voorruit door verschijnen alle mogelijke doemscenarios. Als je nu stilstaat heb je ook geen gevarenlichten meer. De remlichten zullen het ook wel niet meer doen, straks word ik van achteren aangereden. Of ze zien niet dat ik wil afslaan.
In een zwembad van mijn eigen zweet bereik ik de dealer. En nu? Als ik de motor afzet dat start hij niet meer, zoveel begrijp ik dus wel weer. Ik laat de motor draaien, ren naar binnen en leg de situatie uit. Dan weer terug naar buiten. Hij draait nog. Voorbereid op het ergste wurm ik alvast mijn fiets uit de kofferbak. Dan hoor ik de motor even sputteren. Het toerental loopt af. En met een zacht pufje blaast hij zijn laatste adem uit. Dat had ik dan weer niet verwacht. Ik lach hardop om het enorme geluk dat ik heb gehad dat ik het nog tot aan de voordeur van de dealer gehaald heb. Ik haal de sleutel er uit en wacht binnen netjes op mijn beurt, nu iets minder panisch, hij doet het toch niet meer.
Nu begint het lange wachten. Met de radio vol op André Hazes en achter me een zichzelf herhalende SEAT reclame, probeer ik er toch nog wat van te maken met een spannend boek en een gratis kopje koffie. Maar het valt niet mee, want er is ook nog iemand druk bezig om alle auto’s uit de showroom te rijden. Wel gek eigenlijk, maar misschien krijgen ze een nieuwe collectie ofzo. Twee uur later wordt mij het slechte nieuws gebracht dat de reparatie zo en zo veel gaat kosten en dat de auto nu niet meer rijdt. “Aha,” zeg ik net iets te trots, “maar daar was ik op voorbereid, ik heb een fiets bij me. Dat enthousiasme vergaat me dan ook al snel wanneer ik in de regen op de fiets stap om dat hele pokke-eind weer terug te fietsen. Ik mis onze lieve SEAT nu al.
Vrijdag 8 november 2013. ’s Ochtends, veel te vroeg. Ik bel naar de garage om te vragen hoe laat ik de auto kan komen ophalen. Ik krijg de landelijke SEAT klantenservice met een Hilversumse R aan de lijn. Dat is raar. Ik heb een 040-nummer gebeld. Ik probeer het nog een keer. Weer een Hilversumse R. Ze kan wel een terugbelafspraak voor me maken. Ja, zij vindt het ook raar dat ik direct met hen wordt verbonden hoewel ik toch het nummer van de locale dealer heb gebeld. Ze gaat het uitzoeken.
Vrijdag 8 november 2013. Laat op de middag. Ik ben nog niet gebeld. Ik probeer opnieuw het 040-nummer. “Wegens omstandigheden zijn wij vanaf vandaag gesloten. ” Mijn eerste reactie is: “oh, ze zijn vandaag gewoon dicht, er is iets gebeurd in de familie ofzo, wel raar eigenlijk, er lopen daar toch genoeg monteurs rond om…, wacht, wat zei het bandje nu net? Vanaf vandaag gesloten. Uh.” Ik kijk op de website. En ja hoor. Meneer de dealer is failliet. Ik bel weer met Hilversum.
“Uw auto is door ons in beslag genomen. Wij sturen u een stukje van de bekleding op als teken van leven. Het losgeld kunt u overmaken aan onze schuldeisers. Daarna zullen wij de auto bij een garage naar uw keuze afleveren. Wellicht dat daar zijn leven nog gered kan worden, als u snel bent.”
Ineens vallen alle partjes op hun plek: de auto’s die uit de showroom worden gereden, het doorgeschakeld worden naar de centrale helpdesk, het vleugje paranoia dat door mijn brein schoot toen de monteur me mededeelde dat de auto morgen klaar zou zijn. Maar dit heeft niets weg van een gewone ontvoering: geen losgeld, geen haast, geen afspraken, veel excuses en alleen de zekerheid dat we onze SEAT vóór het weekend niet meer terug zullen zien. Waar is hij nu? Staat hij binnen, of buiten? Op een afsloten terrein, of gewoon op openbaar gebied? Wordt hij nog gerepareerd? En WAAROM HEEFT DIE MAN ME NIET GEWOON NAAR EEN ANDERE GARAGE VERWEZEN! Ok, misschien wist de beste man het niet en was het vleugje paranoia toen ik hem sprak ook niet meer dan dat: paranoia. Maar als hij het niet wist, dan wist zijn baas het wel. Of als zijn baas het niet wist, dan wist de baas van zijn baas het wel. IEMAND moet op die fatale donderdagmiddag geweten hebben dat de volgende ochtend het bedrijf niet meer zou bestaan. En waarom heeft die iemand dan niet even kunnen mededelen dat reparaties naar een andere garage verwezen zouden moeten worden! Of, als jullie toch failliet zijn, waarom heeft er dan niemand tijd om mij gewoon vandaag even mijn auto terug te geven, desnoods ongerepareerd, zodat ik hem zelf naar een andere garage kan slepen? Het is toch mijn auto? Ik geef het toe, ik probeer al bijna veertien jaar lang te begrijpen hoe economie werkt, er is een kans dat het inderdaad aan mij ligt. Kan iemand het me uitleggen?
Geef een reactie